Lang leve Jan Mone!

Spectaculair nieuws over de zestiende-eeuwse beeldhouwer, albasttovenaar, Jan Mone, de eerste beeldhouwer van de Renaissance in de Nederlanden, wiens werken vooral te vinden zijn in Edingen/Enghien, Halle, Brussel (de kathedraal), Hoogstraten en Breda.

Bulletin de la Société d’archéologie et d’histoire de la Moselle – Société d’archéologie et d’histoire de la Moselle (Metz) – Google Boeken

Bulletin de la Société d’Archéologie et d’Histoire de la Moselle – Société d’Archéologie et d’Histoire de la Moselle – Google Boeken

Het blijkt dat albasttovenaar Jan Mone een armorial had vol wapenschilden van adellijke geslachten uit Metz en omgeving – waaronder ook die van zijn eigen familie – een wapenboek waarvan hij flink wat leeg gebleven bladzijden benut heeft om opgetogen informatie te geven over hoogtepunten van zijn privéleven. Een tijdschrift van 1864 noemt het zo ontstane “aanhangsel” een soort register van de (nog bijlange niet bestaande) Burgerlijke Stand. Daardoor is mij nu eindelijk bekend dat Jan Mone geboren werd in 1482, dat hij op 25 augustus 1529 getrouwd is met Marie Dupont en dat hij met haar negen kinderen kreeg, waarvan de eerste zeven in Mechelen geboren werden en gedoopt, terwijl de achtste, een dochter, in Metz geboren werd op 16 januari 1545, en de laatste, de negende, zoon Michel, op 9 september 1546 in de in 1539 verkregen heerlijkheid Luttange (Lüttingen), om 5 uur ’s-Morgens. Natuurlijk meldt Mone de doopnamen en de vele peters en meters die uit de hoogste kringen kwamen. Een van zijn nabestaanden heeft het relaas van Jan Mone zelf afgesloten met de vermelding van het overlijden van de grote kunstenaar in zijn kasteel en versterkt huis van Luttange op 5 november 1549 op de leeftijd van 67 jaren des morgens omstreeks 10 of 11 uur. Zijn eveneens Jehan geheten zoon, Jan junior dus, volgde hem op als ridder en heer van Luttange. Zie de pagina’s 115-117 van het bijgevoegde Bulletin de la Société d’Archéologie et d’Histoire de la Moselle, Année septième, 1864, zitting van juli (Metz 1864) waarin transscripties van enkele berichten werden gepubliceerd. Google vond het Bulletin toen ik probeerde bruikbare uitleg te vinden van de afbeelding van Jan Mone en zijn vrouw onder een landschap dat een blik lijkt te gunnen op de Moezel met uitzicht op de heerlijkheid Luttange (met een obelisk) hoog in de verte. Het gaat om een in Kasteel Gaasbeek bewaard klein bas-reliëf, dat mijns inziens bedoeld was als votief geschenk voor een hofkapel om Godsmoeder Maria en haar zoon te bedanken voor de geweldige kinderzegen die de voorzienigheid het echtpaar geschonken had en voor de verkrijging van de heerlijkheid Luttange (vooral dankzij tussenkomst van Keizer Karel V persoonlijk), met als hoogtepunt de geboorte van Michel als laatste kind, op het heerlijke Luttange zelf. De man van het echtpaar onderin lijkt inderdaad erg op Jan Mone in het eveneens in Kasteel Gaasbeek bewaarde loden medaillon dat erboven is afgebeeld op Planche I van dit boek van Paul Saintenoy: Le Statuaire Jan Mone, Jehan Money, Maître Artiste de Charles Quint, Sa Vie, Ses oeuvres, Brussel en Parijs, Librairie Nationale d’Art et d’Histoire, 1931, tussen p. 8 en 9.

Wordt vervolgd.

Eerst nu op jacht naar het wapenboek zelf en de kopie ervan die gebruikt werd door het geciteerde Bulletin in kwestie. Het origineel, dat Baron de Cressac in bezit had, schijnt helaas van de aardbodem verdwenen te zijn. De kopie is misschien nog in de bibliotheek van Metz of die van Verdun. De Bibliothèque Nationale de France in Parijs (te raadplegen via BNF gallica) bezit aantekeningen die ooit werden gemaakt bij het voorbereiden van een publicatie van het wapenboek die helaas niet meer van de grond kwam. Het laatste bericht over het wapenboek dat ik aantrof, bereidt ons aldus voor op teleurstellingen:

Il est troublant de noter que dans la première moitié du XVIe siècle, Jehan Monez, sculpteur de l’empereur Charles Quint et seigneur de Luttange, fit composer un armorial dans lequel de nombreux renseignements généalogiques étaient consignés. Ce document, aujourd’hui perdu, fut copié au XVIIe siècle pour les frères Marcel-Herman et Guillaume-Ambroise de Cabanes, descendants de Jean Monez et seigneurs de Luttange. Marcel-Herman, etait l’époux de Lucie d’Attel et donc le beau-frère de Pierre d’Attel, arrière-grand-père du bienfaiteur de la Bibliothèque de Verdun. Il convient enfin de dire que dans la seconde moitié du XIXe siecle l’armorial de Jehan Monez était en possession du baron de Cressac, arrière-petit-fils de Sébastien-François (de) Blanchart, héraldiste, généalogiste et historien du Luxembourg, lointain cousin des d’Attel. Tout un pan de la noblesse regionale et de ses habitudes pourrait être dévoilé par ces documents.

Bron: https://www.academia.edu/38370010/

Dat kan wel eens erg moeizaam worden.